Loading...
Thumbnail Image
Item

Ondernemingsvermogen voor toepassing BOR: uitbreidingen en liquide middelen

Kanters,Jelle
Abstract
Op 22 maart 2016 is mevrouw A (erflaatster) overleden. Tot de nalatenschap behoren een aandelenbelang van 37,56% in een holding. De holding houdt een 100% aandelenbelang in B (bv), die op haar beurt diverse deelnemingen in binnen- en buitenland houdt. De activiteiten van familiebedrijf B zijn gericht op het ontwikkelen, fabriceren en verkopen van hoogwaardige ingrediënten voor brood en banket. Binnen het jaar voor overlijden van erflaatster zijn de belangen in twee buitenlandse vennootschappen met resp. 40% en 50% uitgebreid naar resp. 90% en 100%. In geschil is de hoogte van het ondernemingsvermogen voor toepassing van de BOR. Daarbij is primair de vraag aan de orde of is voldaan aan de éénjaarstermijn (bezitseis) voor de uitbreidingen van voornoemde buitenlandse deelnemingen. Vast staat dat erflaatster op 22 maart 2016 ten minste gedurende één jaar ab-houder was van 37,56% van de aandelen in de holding. Hiermee is aan de directe bezitseis voldaan (vgl. HR 29 mei 2020, 19/00189, ECLI:NL:HR:2020:990, NLF 2020/1334, met noot van Hoogwout). Aan de indirecte bezitseis is ten aanzien van de uitbreidingen volgens Hof Arnhem-Leeuwarden niet voldaan. De BOR is niet van toepassing op de waarde van de vermogensbestanddelen in de onderneming voor zover de gerechtigdheid daartoe is uitgebreid in de bezitsperiode van één jaar voorafgaand aan het overlijden. Het Hof verwijst daarbij naar het arrest van de Hoge Raad van 21 april 2023 (21/04462, ECLI:NL:HR:2023:647, NLF 2023/0982, met noot van De Beer). Het geschil gaat verder over de vraag of de liquide middelen en effecten van de holding (ruim € 42,7 miljoen) tot het ondernemingsvermogen behoren. Het Hof volgt de Inspecteur dat deze liquide middelen en effecten als duurzaam overtollig moeten worden gekwalificeerd omdat niet aannemelijk is gemaakt dat zij voor ondernemingsdoeleinden worden aangehouden. Het Hof verklaart het hoger beroep van de Inspecteur gegrond en het incidentele hoger beroep van de erfgenamen ongegrond. De uitspraak van Rechtbank Gelderland wordt vernietigd.
Description
Date
2025-10-21
Journal Title
Journal ISSN
Volume Title
Publisher
Research Projects
Organizational Units
Journal Issue
Keywords
Citation
Kanters, J 2025, 'Ondernemingsvermogen voor toepassing BOR : uitbreidingen en liquide middelen', NL Fiscaal, vol. 10, no. 42, NLF 2025/2180, pp. 11-12.
Embedded videos